…een ongezond maar verslavend produkt (waargebeurd).
In een klein landje aan een koude zee was eens een tovenaar die een magische drank had gebrouwen. Het drankje was goddelijk, onweerstaanbaar lekker en in hoge mate verslavend. Als dat op de markt zou komen, was hij welzeker binnen de kortste keren multimiljonair. Er zat slechts één nadeel aan: het geheime ingrediënt was vergif. Het zou ieders gezondheid langzaam en ongemerkt slopen. Dus was de vraag: hoe dit te verkopen?
De tovenaar zocht in zijn netwerk en vond een slimme marketingman en een lobbyist. “We gaan een uitgekiende marketingstrategie opzetten,” zei de marketingman, “Laat dat maar aan mij over.” En de lobbyist voegde toe: “En ik zal de juiste mensen bewerken. Laat dat maar aan mij over.”
Eerst zorgden ze voor een soort van wetenschappelijke basis, waar ze steeds naar konden verwijzen. Flinterdun weliswaar, maar tegen de tijd dat iemand dit doorhad was de verslaving en afhankelijkheid al zo ver doorgeslagen, dat niemand hier nog om zou malen. Voor de soort van wetenschappelijke proef namen ze een holle pop met een leeg, plastic hoofd. Dat zou fungeren als het gemiddelde mensenhoofd. Bovenop het hoofd zat een kurk met een opening. Dat goten ze tot aan de nok toe vol met de magische gifdrank. Vervolgens keken ze 6 minuten lang welk effect dat zou hebben. Er gebeurde helemaal niets, het hoofd was onaangedaan. De conclusie was dan ook: de drank is onschadelijk. Voor de zekerheid vulden ze ook de rest van het holle lichaam met de gifdrank en er paste 6 liter in. Om hun verkoopstrategie de nodige ruimte te geven, besloten ze de veilige limiet eigenhandig vast te stellen op 1000 liter per persoon. Als je onder die limiet zou blijven, was alles veilig, zo was hun redenering.
“Wat moeten we doen met kritische vragen van slimme mensen?” vroeg de tovenaar.
“Wij zullen verwijzen naar dit onderzoek en deze veilige limiet, antwoordde de marketingman.
“Maar wat als slimme mensen dit onderzoek doorzien en blijven doorvragen?”
“Dan verwijzen we nogmaals naar dit onderzoek.”
“En wat als er echte gedegen wetenschappelijke onderzoeken komen?”
“We zullen die strak blijven ontkennen dan wel negeren, en blijven verwijzen naar ons eigen onderzoek.”
Dat was de beste tactiek, besloten ze.
Voorts moesten ze de nodige licenties verwerven om de drank te mogen verkopen. Daarvoor betaalden ze aan de overheid een fors bedrag, op voorwaarde dat de overheid ervoor zou zorgen dat hen geen strobreed in de weg werd gelegd. Het commerciële drietal sloot een accoord met de minister van Economische Zaken en Klimaat dat deze de weg zou effenen. (Economische Zaken èn Klimaat?! Zeker, wat gunstig is voor de economie is vanzelf ook goed voor het klimaat.)
De volgende stap was het verder uitbouwen van een soort van gedegen basis. Het was niet moeilijk voor de lobbyist om een aantal wetenschappers, CEO’s en een voorlichtingsfunctionaris bereid te vinden om in ruil voor een goed salaris voor ze te komen werken. Ze noemden zichzelf de IKNIRP (IK NIET REsPonsible) en de Raad voor de Gezondheid, met een woordvoerder die de kringen onder zijn ogen kreeg. Ook de loyaliteit van de pers en sociale media zoals Facebook en YouTube werden gekocht om het verhaal te ondersteunen.
Binnen no time was (bijna) iedereen verslaafd aan de drank, er gebeurden meer ongelukken op de weg, sommigen werden al snel ziek, de wachtkamers van de huisartsen vulden zich met mensen met vage klachten en na nog meer jaren was al 75% van de bevolking chronisch ziek. Het sloeg zelfs over op de insekten, de bijen, de vogels en de natuur, omdat het gif ook in de rivieren en in de bodem terecht kwam.
“Dat dit zo gemakkelijk ging,” lachte de tovenaar in zijn gouden vuistje, vanuit zijn riante villa, op zijn Chesterfield sofa.
“Tja,” zei de lobbyist, terwijl hij zijn Prada-schoenen bekeek, “Ik heb lang geleden al geconcludeerd dat mensen kuddedieren zijn. Ze volgen elkaar blindelings, zonder zelf na te denken.”
“Maar,” zei de marketingman in zijn tweeduizend Euro pak, “Het was ook briljant om ze zo verslaafd te maken aan de drank, dat ze hun kritische vermogens al snel kwijt waren.”
Toch begon er langzaamaan iets te knagen aan hun stoelpoten. De slimste mensen kregen het plan door en hielden niet op met kritische vragen stellen en actie voeren. De strategie van blijven verwijzen naar het eigen onderzoek, de willekeurig vastgestelde veiligheidslimiet en het negeren en ontkennen leek lang op te gaan, maar bleek niet meer voldoende om de slimste mensen om de tuin te leiden. De minister deed wat ze kon, maar werd steeds minder geloofwaardig. Alhoewel de massa er nog steeds intrapte, kon de kruik niet oneindig lang te water gaan.
“Wat doen we nu?” vroeg de tovenaar.
Ze besloten de winst te pakken die ze nog pakken konden en te zien waar het schip zou stranden.
De moraal
Hoe ver kan een leugen komen? Heel erg ver. Maar de waarheid…
Geschreven door: Ayna Siem
Waardeer je deze website?
Overweeg dan ook eens om een donatie te doen, zodat de website ook in de toekomst kan blijven bestaan.