Blootstellingsnormen

De Nederlandse Gezondheidsraad volgt de blootstellingsrichtlijnen zoals die in 1998 zijn vastgesteld door de privé organisatie ICNIRP. Dit is een internationale raad van vooral natuurkundigen (geen biologen) die tevens banden hebben met de telecomindustrie. Door deze belangenverstrengeling en eenzijdige vertegenwoordiging zijn die normen noch onafhankelijk noch objectief tot stand gekomen. De vele onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken, die er wel degelijk zijn, worden helaas niet erkend. (Zie ook deze visual die duiding geeft aan de betrokken organisaties bij de vaststelling van de blootstellingsnormen.)

Proefopstelling thermische belasting

Voor de vaststelling van de officiële grenswaarden is als uitgangspunt genomen dat een zak met zout water in 6 minuten niet meer dan 1 graad mag opwarmen (het thermische effect). Maar een mens is een biologisch wezen en geen zak zout water. Dat ons lichaam werkt op basis van elektromagnetische signalen is eenvoudig zichtbaar te maken in een EEG of ECG. Daarin is ook te zien dat deze straling zichtbaar verstoort, ook ver onder de ICNIRP-richtlijnen. Zie voor de biologische effecten van straling en de mogelijke gevolgen voor de gezondheid de pagina Gezondheidsklachten.

Daarnaast is er in bovengenoemd onderzoek uitgegaan van een situatie van 6 minuten. In werkelijkheid worden mensen 24 uur per dag levenslang blootgesteld aan straling. Ook is er geen rekening gehouden met het cumulatieve effect van alle stralingsbronnen die er tegenwoordig tegelijkertijd dwars door elkaar heen aan het zenden zijn. Het is nog niet bekend wat de gevolgen hiervan op lange termijn zullen zijn. En er is nog helemaal geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de gezondheidsrisico’s van 5G.

In maart 2020 is er – vlak voor het kort geding tegen de uitrol van 5G – een update gekomen van de blootstellingsrichtlijnen. Lees vooral ook het commentaar van natuurkundige dr. Leendert Vriens op deze richtlijnen. Hij constateert dat deze richtlijnen geen bescherming bieden tegen schadelijke effecten voor de gezondheid.

Inkomsten overheid

De Nederlandse overheid is zelf belanghebbende in het stralingsbeleid. De overheid heeft in 1998 omgerekend € 830 miljoen ontvangen voor de veiling van de GSM-frequenties, in 2000 omgerekend € 2,7 miljard bij de UMTS-veiling, in 2010 € 2,6 miljoen voor de 4G-frequentieveiling en in 2012 € 3,8 miljard voor de Multiband frequentieveiling. Dat is samen alleen al ruim 7,3 miljard euro.

Daarnaast zijn er ook bedragen aan de overheid betaald voor verlenging van vergunningen. Zo betaalden KPN, Vodafone en T-Mobile bijvoorbeeld gezamenlijk in 2016 € 23,6 miljoen voor de verlenging van de vergunning met 4 jaar. En in juli 2020 heeft de overheid € 1,23 miljard aan inkomsten ontvangen uit de frequentieveiling voor het 5G-netwerk.

Er is hier dus duidelijk sprake van belangenverstrengeling. Indien schadelijke gezondheidsgevolgen zouden worden erkend, dan kan dit grote schadeclaims tot gevolg hebben, zowel van inwoners als van de telecomproviders die tenslotte veel geld betaald hebben voor het gebruiksrecht van deze frequenties.

Verlagen van de normen

In 2002 hebben meer dan 1000 artsen via het Freiburger Appèl al gewaarschuwd voor de gevaren van straling en opgeroepen tot verlaging van de grenswaarden en het nemen van voorzorgsmaatregelen (dit appèl is mede-ondertekend door ruim 36.000 mensen wereldwijd). In 2012 hebben nog eens bijna 300 wetenschappers en artsen van over de hele wereld via het Internationale Artsen-Appèl een hernieuwde oproep gedaan aan de politiek en de WHO om de stralingslimiet flink naar beneden bij te stellen.

De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) heeft elektromagnetische straling in 2011 ingedeeld in categorie 2B: mogelijk kankerverwekkend (in deze categorie zitten o.a. ook lood uit benzine, insectenspray DDT en chloroform). De Raad van Europa heeft het voorzorgsprincipe geadviseerd en roept op tot verlaging van de blootstellingswaarden. Zie het persbericht van de Raad van Europa.

Op 11 mei 2015 heeft een groep internationale wetenschappers zich verenigd en in een appèl de Verenigde naties en WHO opgeroepen om o.a. de blootstellingslimieten te verlagen en te zorgen voor betere bescherming tegen straling; dit appèl is inmiddels door 234 wetenschappers uit 41 landen ondertekend.

Op 13 september 2017 heeft een groep van 186 wetenschappers uit 36 landen in een dringend appèl de Europese Unie gewaarschuwd voor de gevaren van 5G. Zij verzoeken de EU om te stoppen met 5G totdat onafhankelijk is vastgesteld dat dit niet schadelijk is. Daarnaast willen ze dat de Resolutie van de Raad van Europa gevolgd wordt en vragen zij om een onafhankelijke werkgroep om de gezondheidseffecten te her-evalueren, om de lobby van de telecom industrie te weren en om bedrade digitale netwerken te implementeren (in plaats van draadloze netwerken).

In het 5G Space Appeal waarschuwen duizenden wetenschappers, artsen, ingenieurs en (tech-) professionals voor ernstige, permanente schade voor de mens en alle ecosystemen door de uitrol van 5G. Zij geven aan dat onmiddellijke maatregelen nodig zijn om de mensheid en het milieu te beschermen en roepen via dit appèl de VN, WHO, EU, Raad van Europa en regeringen van alle landen op om de uitrol van 5G op aarde en in de ruimte te stoppen. Het Appeal is inmiddels al meer dan 300.000 keer ondertekend.

Zie tevens deze pagina met o.a. een lange opsomming van waarschuwingen van groepen wetenschappers, artsen, etc.

Wat doet het buitenland?

In het buitenland zijn er wel al vele stappen gezet in het verlagen van de grenswaarden, het beperken van wifi op scholen, het vergroten van de afstand van zendmasten bij scholen en ziekenhuizen, het erkennen van stralingsgevoeligheid, het vergoeden van schade, etc.

Zie deze compilatie van maatregelen, adviezen en uitspraken van overheden, internationale organisaties en rechtbanken van natuurkundige dr. Leendert Vriens rondom straling (stand per augustus 2021).

Bron: Wigle.net

Maar Nederland hanteert nog steeds de allerhoogste stralingslimiet ter wereld. De biologisch aanvaardbare grenswaarde wordt in Nederland verregaand overschreden en het gezondheidseffect wordt nog steeds niet erkend.

Op de kaart hiernaast zijn de draadloze communicatienetwerken van Europa in beeld gebracht. Geel is meer zendmasten/wifi; paars is minder. Nederland springt er duidelijk uit! (Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.)

Kritiek op de ICNIRP-normen

De blootstellingsrichtlijnen van de private organisatie ICNIRP staan al jarenlang ter discussie vanwege een zeer eenzijdige selectie van onderzoeken en belangenverstrengeling met de telecomindustrie. Onderstaand een aantal rapporten en expertreacties inzake deze omstreden ICNIRP-normen:

We adviseren de rijksoverheid daarom dringend om in plaats van de ICNIRP-richtlijnen voortaan de veel lagere en realistischere SBM 2015-richtlijnen te hanteren als blootstellingslimieten.

SBM 2015

SBM staat voor Standaard van de Bouwbiologische Meettechniek. Deze standaard wordt al sinds 1992 opgesteld door Duitse experts, pioniers op het gebied van de bouwbiologie, die zich richten op gezond bouwen en leven. De laatste versie is vastgesteld in het jaar 2015.

De SBM-richtlijnen zijn gebaseerd op vele duizenden huis- en werkplek-onderzoeken waarbij men relaties heeft kunnen leggen tussen lichamelijke klachten en de diverse soorten elektromagnetische straling. Daarom is het beter om de gemeten waarden te toetsen aan de SBM-normen die in de praktijk goed blijken te werken.

Deze SBM-richtlijn wordt ook aangeraden door de Oostenrijkse Ärtztekammer (ÖÄK), ongeacht de veel hogere officiële ICNIRP blootstellingslimieten voor directe effecten. De ÖÄK vertegenwoordigt wettelijk de belangen van alle Oostenrijkse artsen. Zie de ÖÄK-richtlijn van 2012 (blz. 9). De Oostenrijkse Artsenkamer heeft tevens samen met de telecom-industrie en met één van de grootste zorgverzekeraars (AUVA) een richtlijn opgesteld voor het plaatsen van zend-installaties (oktober 2014).

Lees hier de nadere toelichting van dr. ir. Jan-Rutger Schrader (ingenieur elektrotechniek).

In onderstaande tabel is te zien wat de verschillen zijn tussen de richtlijnen van de ICNIRP (die onze overheid volgt) en de bouwbiologische richtlijnen.

Laagfrequent elektrisch wisselveld (Volt per meter) Laagfrequent magnetisch wisselveld (nanoTesla) Hoogfrequente draadloze straling (microWatt per m2)
SBM Streefwaarde <1 <20 <0,1
SBM Zwakke afwijking 1-5 20-100 0,1-10
SBM Sterke afwijking 5-50 100-500 10-1000
SBM Extreme afwijking >50 >500 >1000
ICNIRP 5000 200.000 2-10 Miljoen

Verschil meetwaarden in Watt of Volt

In de bouwbiologie worden de meetwaarden van de hoogfrequente straling uitgedrukt in microWatt per vierkante meter. Overheden hebben er voor gekozen om de meetwaarden uit te drukken in Volt per meter. Klik hier voor een omrekentabel van microWatt per m2 naar Volt per meter.

De officiële ICNIRP-normen zijn per frequentieband vastgesteld. Voor publieke ruimten gelden de volgende limieten (in Volt per meter):

800 MHz: 39 V/m
900 MHz: 41 V/m
1800 MHz: 58 V/m
2100 en 2600 MHz: 61 V/m (wat overeenkomt met 10 miljoen microWatt per m2)

Onafhankelijke wetenschappers en artsen hebben een maximale stralingslimiet geadviseerd van 0,614 Volt per meter (= 1000 microWatt per m2) buitenshuis. Volgens het Antennebureau worden er in openbare ruimten gemiddeld waarden gemeten tussen de 0,5 en 3 Volt per meter en in een woning gemiddeld 1 Volt per meter. Zie bijvoorbeeld dit meetrapport van een flatwoning en dit meetrapport van een terras vlakbij een zendmast.

Uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er ook ver beneden de officiële stralingslimieten al vele biologische effecten zijn.

Zie voor meer informatie deze pagina’s:
Wat is straling?  |  Gezondheidsklachten  |  Wetenschap  |  Politiek/Overheid  |  5G en Smart Cities  |  Straling beperken/afschermen


Waardeer je deze website?
Overweeg dan ook eens om een donatie te doen, zodat de website ook in de toekomst kan blijven bestaan.