Nederlandse gemeentes worden in rap tempo omgevormd tot smart city’s en lichten hun burgers hier niet over in. Maartje van den Berg kwam daar in haar woonplaats Amsterdam achter. Zij zegt dat inwoners veel meer kunnen doen om de ondemocratische omvormingsagenda van de openbare ruimte tegen te houden. Ze is zelfs optimistisch: “Het loopt met elektrische auto’s, windmolens en zonnepanelen voor geen meter. De komende jaren zal vanzelf blijken dat deze plannen alleen maar chaos opleveren.” Vier tips voor bewoners om het heft weer in eigen handen te nemen.
De Amsterdamse Maartje van den Berg ging zich pas vorig jaar goed verdiepen na het veelbesproken ‘Weesperknip-project’ in haar woonplaats Amsterdam. Van den Berg, die in de zorgsector werkzaam is, snapte niet waarom de Weesperstraat en drie omliggende straten gedurende zes weken lang tussen 06:00 uur en 23:00 uur werden afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het zou gaan om de veiligheid en leefbaarheid van de stad. “Ik zag met eigen ogen hoe dat project vastliep. Ik vroeg me af: hoe kun je voor een Weesperknip kiezen terwijl er daar zoveel mkb-ondernemers zijn die met de auto naar hun werk willen? Mensen een uur tot anderhalf uur laten omrijden ‘omwille van de stikstofuitstoot’ en ondertussen het mkb, allerlei hulpverleners, ambulances en noem maar op duperen, dat vond ik echt mesjogge. Toen ben ik in de gemeentelijke beleidsstukken gedoken”, aldus Van den Berg.
Zij kwam er al spittend in de beleidsstukken achter dat het Weesperknip-plan al meer dan tien jaar in ontwikkeling was. In februari 2024 maakte de gemeente bekend dat de harde knip in de Weesperstraat werd losgelaten. In plaats daarvan is er een typische smart city-oplossing gekozen: een 30 kilometerzone, wegversmallingen en ‘verkeersfilters’: intelligente toegang met behulp van camera’s voorzien van automatische kentekenregistratie die beweegbare barrières in gang kunnen zetten.
Van den Berg is zich na de Weesperknip verder gaan verdiepen in informatie over de uitrol van smart city’s. Stadgenoten nodigden de alerte Amsterdamse vervolgens uit een presentatie te geven over haar bevindingen. Inmiddels is haar onderzoeksgebied uitgebreid naar vijftien andere Nederlandse gemeenten: Renkum, Rotterdam, Utrecht, Haarlem, Haarlemmermeer, Zaandam, Arnhem, Huizen, Hilversum, Alphen aan den Rijn, Venray, Land van Cuijk, Eindhoven, Leiden en Gooise Meren. De opkomst bij haar presentaties bestaat doorgaans uit zo’n honderd belangstellenden, onder wie vaak raadsleden en provinciale bestuurders.
Tip 1: Bestudeer de omgevingsvisie en maak schriftelijk bezwaar tegen plannen die niet in het belang van de bewoners zijn
De Omgevingsvisie (OV), het document waarin gemeenten hun ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vastleggen, is het startpunt om te weten te komen wat er in de gemeente gepland staat. Maartje van den Berg: “Het is daarom van groot belang dat inwoners de OV, die te vinden is op de website van de gemeente, bestuderen. Mensen denken dat de inhoud van de OV heel saai is, maar dat is niet zo: het beschrijft de plannen die de gemeente heeft met de eigen leefomgeving. Wat staat er te gebeuren in onze woonwijk, wat zijn de plannen voor windmolens, het weghalen van parkeerplaatsen, zonnepanelen, bouwprojecten enzovoort?
Als inwoners in kaart hebben gebracht met welke plannen in de OV ze het niet eens zijn, kunnen ze hun bezwaren schriftelijk kenbaar maken en daarover inspreektijd voor burgers aanvragen. Dat werkt het krachtigst als er veel betrokken inwoners op de publieke tribune zitten.” Uiteraard is het ook van belang om daarna in de gaten te houden of er ook wat wordt gedaan met de ingediende bezwaren.
Tip 2: Ga in gesprek en blijf in contact met gemeente (en bedrijven)
Ook al is de OV al gerealiseerd, het is volgens Van den Berg toch zinvol er met gemeenteraadsleden van lokale partijen en de gemeente over in gesprek te gaan. “De volgende stap na de OV is voor gemeenten namelijk het opstellen van een Omgevingsplan (OP – een document met daarin alle gemeentelijke regels over bouwen, infrastructuur, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, erfgoed en werelderfgoed – red.). Daar hebben gemeentes tot 1 januari 2032 de tijd voor. De OV is dus feitelijk maar een visie, een eerste stap in een lang proces dat nog voor ons ligt. Het pleit is dus nog niet beslecht, we kunnen nu nog heel veel in onze eigen omgeving bepalen”, aldus Van den Berg.
Ook raadt zij aan deel te nemen aan gemeentelijke participatieprojecten en een abonnement te nemen op de diverse gemeentelijke nieuwsbrieven. “Van een inwoner uit Muiderberg weet ik dat ze zelf in gesprek is gegaan met particuliere bedrijven die gemeentelijke diensten leveren voor Agenda 2030.” Te allen tijde is het zaak niet bij de pakken neer te gaan zitten, stelt ze. “Ik kan niet anders dan bemoedigen. Uit berichtgeving in de media blijkt dat het met elektrische auto’s, windmolens, zonnepanelen voor geen meter loopt. De komende jaren zal vanzelf blijken dat deze plannen alleen maar chaos opleveren. Wethouders en raadsleden moeten dat ook gaan inzien. De ontwikkelingen komen niet ten goede van het woongenot van inwoners. Ik merk dat daar toch wel naar geluisterd wordt in de gemeenteraad. De gemeente is bereid erover in gesprek te gaan met de inwoners.
Tip 3: Bestudeer het Beheerplan Openbare Verlichting (BOV)
Naast een Omgevingsvisie moet elke gemeente ook een Beheerplan Openbare Verlichting (BOV) opstellen. In dit beleidsstuk staat de visie op openbare straatverlichting beschreven. Van den Berg stelt dat het de moeite waard is dit document te onderzoeken. “Gemeenten zijn hier heel vaag over. In sommige gemeenten wordt in het BOV uitsluitend vermeld dat er LED in de openbare verlichting wordt aangebracht, eventueel aangevuld met een sensor.
Het BOV van gemeente Hilversum daarentegen beschrijft specifiek hoe er naar smart city-toepassingen wordt gekeken. Het gaat daarbij om slimme straatverlichting, compleet met sensoren, LED en een Zhaga-D4i (ZD4i)-connector waardoor elke armatuur een eigen 5G-Internet-of-Things (IoT)-toegang krijgt en data kan verzamelen, zonder daarbij gebruik te maken van kabel of een bestaande internetverbinding.
Het zijn zaken waar zowel inwoners als gemeenteraadsleden zich wat mij betreft veel meer in zouden moeten verdiepen. Ik betwijfel of gemeenteraadsleden er überhaupt weet van hebben, want de openbare verlichting wordt uitbesteed. Via sites van producenten en leveranciers van openbare verlichting, zoals Remoticon, Lightwell, Sustainder, Attiva en Modernista, kwam ik op veel meer informatie over de voortgang van gemeentelijke projecten met slimme lantaarnpalen dan in het BOV staat. Ik heb sterk de indruk dat er veel onwetendheid is onder raadsleden, over de techniek en de privacy die daardoor in het geding komt. Het privacyvraagstuk is sowieso ook een goede insteek om gemeenteraadsleden wakker te schudden.”
Tip 4: Zorg voor meer betrokkenheid
Hoe meer betrokkenheid, hoe groter de kans dat de bezwaren serieus gehoord worden. Volgens Van den Berg is de beste manier om te strijden in groepsverband. “Richt daarom, in navolging van bijvoorbeeld Renkum, een Burgers aan Zet-groep op in de eigen gemeente. Zoek daarmee aansluiting bij Burgers Nederland aan Zet”, stelt ze. “Organiseer informatiebijeenkomsten voor inwoners, steun acties en referenda bij jou in de buurt of zet ze zelf op, dien een Woo-verzoek in (Wet open overheid – voorheen Wob) en spreek je uit voor jouw buurt, privacy en gezondheid. Ga vooral aan de slag.”
Geschreven door: Sylvia Slegers
Lees ook:
> Burgers gemeente Renkum willen openbaarheid over smart city plannen – prachtig burgerinitiatief
> Goed nieuws uit Apeldoorn: uitrol ‘witte kastjes’ gaat niet door
> Hoe Smart is Smart City?
> Motie unaniem aangenomen in Wageningen om voorlopig af te zien van commercieel gebruik slimme lantaarnpalen
> Bekijk overzicht Acties van stralingsbewuste groepen
Waardeer je deze website?
Overweeg dan ook eens om een donatie te doen, zodat de website ook in de toekomst kan blijven bestaan.